Therapeutisch trainen

Ongetwijfeld heb je al vaker gemerkt dat mensen met aanhoudende pijnklachten vaak met veel spanning bewegen. Patiënten willen zichzelf beschermen, en de spieren van ons lichaam vormen een geweldig mooi ‘pantser’.

Tegelijkertijd is het aanspannen van je pantser of core nu niet bepaald de meest effectieve manier om je wervelkolom in allerlei richtingen makkelijk en ver te bewegen. En inmiddels is ook wel bekend dat te sterk de nadruk op het versterken en aanspannen van de core leggen niet effectief is bij rug- en nekklachten.
Om maar te zwijgen over het pre-activeren van je M. Abdominus transversus….. als mensen daar al toe in staat zijn.

Dit alles staat ook ver af van therapeutische trainen.

Wat is therapeutisch trainen?

Je bent bekend met het trainen van kracht. Dat doe je om fysieke veranderingen te krijgen in bepaalde musculatuur. De spier moet meer vermogen ontwikkelen om kort of langdurig kracht te leveren. Daartoe zet je een aantal trainingsprincipes in waarvan bekend is dat die de training van krach effectiever maken.

Zo kun je ook coördinatie trainen. Dat heeft een ander doel, en kent andere principes.

Therapeutisch trainen is ontspannen leren bewegen door te voelen.

Waarom zou je dat willen?

Zoals al aangegeven, mensen die langdurig pijn hebben bewegen vaak met veel spanning.
En om met meer ontspanning te gaan bewegen moet je niet willen beschermen, niet willen sturen, niet willen controleren.

Je zult moeten loslaten.
En dat lukt het beste door te gaan voelen.

Pilates en Alexandertechniek komen samen in therapeutisch trainen.

Wat doe je met therapeutische trainen?

Tijdens therapeutische trainen:

  • geeft je andere instructies aan de patiënt
  • denkt de patiënt minder en voelt hij meer
  • wijs je je patiënt niet op fouten, maar geef je een nieuwe instructie of stel je een vraag
  • denk je na over de omgeving waarin je met je patiënt werkt

Het resultaat is dat je patiënt meer ontspannen gaat bewegen, omdat hij de manier waarop hij beweegt niet meer programmeert vanuit zijn gedachten.
Niet meer: ‘Ik moet mijn rug recht houden, mijn buikspieren aangespannen houden en voorzichtig zijn’.
Maar juist meer: vertrouwen, mijn rug voelt goed en bewegen is fijn, ontspannen bewegen zonder pijn.

Reacties zijn gesloten.